Welkom in de tunnel

Ik heb er zo genoeg van, elke keer weer die zenuwen vooraf, dat ik besluit om eens te proberen een training relaxed aan te vliegen. Gewoon, alsof ik begin aan een avondje tv: geen stress van tevoren, zin erin. Tot mijn verbazing lukt het en heb ik een prima training. Alleen schrijft een deelnemer naderhand op het evaluatieformulier: ‘Het leek alsof je de eerste ochtend niet helemaal aanwezig was.’ Ik schrik ervan en weet dat ze gelijk heeft: ik was er die ochtend niet helemaal bij.

Welkom in de tunnel

Dat is nu 25 jaar geleden en sindsdien sta ik mezelf weer toe om zenuwachtig te zijn voor een training. Dus heb ik het weer: die licht onaangename aanloop naar een training. Het zijn niet meer de zenuwen van toen, waardoor ik een deel van de nacht wakker lag. Maar het is wel een vervelend gevoel. Vanaf het moment dat ik opsta, heb ik er geen zin in. Zie ik er tegenop, vind ik het gedoe. Ik vind Peter irritant als hij te dicht naast me staat in de badkamer, vraag me af waarom ik überhaupt train. Achter mijn computer schrijven, is veel fijner… Kortom, als je op zo’n ochtend mijn gedachten leest, denk je niet ‘Nou dat is iemand die op feestjes roept dat ze het leukste vak van de wereld heeft.’

Gelukkig ben ik niet de enige. In de Volkskrant vertelt Brigitte Kaandorp hoe zij zich voorbereidt op een optreden.

‘In mijn eentje in de kleedkamer zitten. Zijn we net aan het eten en ouwehoeren, moet ik me terugtrekken. Soms heb ik daar helemaal geen zin in, want het voelt zo eenzaam.’ Altijd popt dan weer de vraag op waarom ze voor dit vak heeft gekozen: ‘Ik ben degene van wie het afhangt. Het moet goed gaan, en ook al weet ik wat ik moet doen, ik heb nooit zin om die tunnel in te gaan. Dan bel ik altijd even naar Jan, en vraag ik of hij me op kan komen halen, of zeg ik dat ik thuis op de bank wil zitten, dat ik niet meer wil.’

Het hoort er dus bij. Om goed te presteren, moet je eerst de tunnel in. Want het hangt van jou af. Een goede training maak je weliswaar samen met de deelnemers. Maar het begint bij jou als trainer: je moet er zijn en je moet er op je best zijn.

Wat er gebeurt in de tunnel

In de tunnel maak je de overgang van het dagelijks leven naar je trainersrol. Om die te kunnen dragen, moeten dagelijkse dingen minder belangrijk worden. Je mail zakt weg, gedoe op werk gaat naar de achtergrond. Zelfs als je in je gewone leven verliefd bent of diep verdriet voelt, zakt dat weg. En alle dingen van de training worden superbelangrijk. Om goed te kunnen trainen, heb je meer focus en meer adrenaline nodig dan voor een avondje tv.

Die overgang gaat makkelijker als je je er niet tegen verzet maar erin meegaat. Na verloop van tijd weet je wat je daarvoor nodig hebt. Voor mij werken de volgende stappen.

Neem je training in gedachten nog even door.

Zie jezelf de opening doen, de eerste oefening. Wat ga je uitleggen over de oefening, hoe bespreek je na? Een fijne manier om dat te bereiken, is je flappen schrijven. Daarmee loop je vanzelf alle stappen door. Als je een draaiboek op papier hebt, kun je dat nog even doornemen. Daarmee heb je scherp wat je wilt doen en hoef je daar zo meteen niet meer over na te denken.

Doe je eerste drie minuten hardop.

Stel je voor dat de deelnemers voor je zitten en zeg wat je wilt zeggen. Dat heeft twee voordelen. Om te beginnen komt je introductie zo meteen makkelijker en beter je mond uit. Bovendien stap je hiermee meteen in je trainersrol.

Bedenk hoe je vandaag wil zijn.

Zelf wil ik in het dagelijks leven nog wel eens ongeduldig zijn. Zeker als ik met mijn hoofd in een boek zit of wat te veel stress heb, kan ik te snel gaan in de training of te kritisch zijn. Als ik zo voor de groep ga staan, wordt het een serieuze bedoening. Dan geef ik de deelnemers te veel tips en te weinig complimenten.

‘Self talk’ helpt: woorden tegen jezelf zeggen die je in de juiste stand zetten. Dat kunnen trefwoorden zijn, zoals ‘rust’ of ‘kort’. Maar het kunnen ook gedragstips zijn zoals ‘let op de tijd’ of ‘vraag naar voorbeelden’. Voel daarom voor de training even hoe je er vandaag voor staat en welke woorden helpen om de beste versie van jezelf te worden.

Licht aan het eind van de tunnel

Deze stappen helpen je om de tunnel te gebruiken. Je hebt er vaak geen zin, want je moet er dan echt aan dat je zo meteen gaat trainen. Maar als je ermee bezig bent, nemen je zenuwen vaak af en krijg je meer zin in de training. Je maakt contact met de inhoud, met de groep en met jezelf.

Daarom label ik de tunnel tegenwoordig ook anders. Vroeger zag ik de tunnel als een teken dat ik niet tegen mijn taak opgewassen was. Want waarom zou ik er anders tegenop zien? Tegenwoordig weet ik – met dank aan alle collega’s die delen dat ze hetzelfde proces doorgaan – dat de tunnel erbij hoort. Dat de tunnel me een betere trainer maakt, eentje die aanstaat.

En zodra de eerste deelnemer binnenkomt, ligt de tunnel alweer achter me. Dan zit ik helemaal in de training, ben ik blij, heb ik lol. En natuurlijk voel ik het dan weer: ik heb het leukste vak van de wereld!

13 gedachten over “Welkom in de tunnel”

  1. Jeetje, wat herkenbaar! Ik denk voor een training (of workshop of wat dan ook waar het van mij afhangt) vaak in de ochtend : Ik ga afzeggen, ik zeg wel dat ik aangereden ben of dat mijn kind naar het ziekenhuis moet. Echt de meest lelijke ideeen komen op *schaam*. En het mooie is… ik doe het nooit. Ik weet inmiddels dat dat gevoel oke is, en dat ik er ook aan toe mag geven. Want ik zeg niet af, dat weet ik. Dat doe ik namelijk niet. En als eenmaal “de spotlights” aan gaan dan ben ik er. En doe ik wat ik goed kan, training geven, enthousiast zijn, bevlogen door de stof heen vliegen…

    Beantwoorden
  2. Herkenbaar! Wat mij goed helpt, is de overgang tussen de onderdelen nog een keer doornemen. Wat was het bruggetje hier? Welk praktijkvoorbeeld gebruik ik daar?
    Oefeningen op volgorde leggen. Strepen trekken tussen de programmaonderdelen. De namenlijst doornemen.
    Alles dat me verder in de training trekt, de tunnel in. Eenmaal bezig, is het écht het leukste vak 🙂

    Beantwoorden
  3. Ja wat herkenbaar! En dan heb ik korte bijeenkomsten van 2 uur aan huis;) Mijn voorbereidingsrituelen helpen mij om te switchen en ik vertrouw op mijn flow die vrijwel altijd komt. Heel fijn!

    Beantwoorden
  4. Ja, mooi verwoord, karin en deels herkenbaar, zeker als ik terugdenk aan de tijd dat ik nog als trainer met gedetineerden werkte. Ik herinner me een groep met de nodige weerstand en waarbij een van de deelnemer veroordeeld was voor doodslag. Ik mocht hen agressie-beheersing geven en reisde op maandagochtend met flinke tegenzin naar sessie 2. Bij wijze van experiment besloot ik een soort compassie-oefening te doen. Dat was verrassend makkelijk omdat deze mannen nu niet bepaald fijne levens hadden. Ik kreeg niet meteen meer zin, maar het werd wél betekenisvoller… En je voelt hem aankomen: het werd een topsessie!

    Beantwoorden
  5. Mooi geschreven Karin. Ik herken ook je ophangpunten. Onbewust gebruikte ik die om de focus te maken en de adrenaline te verzamelen. Ik voeg daar nog aan toe: wees in de zaal voordat je deelnemers er zijn, zodat ik gelegenheid heb om focus te creëren; en neem dat mee in je kosten plaatje…

    Beantwoorden
    • Ja die is zo fijn Jolanda. De zaal/ruimte naar mijn hand zetten. De bedding neerzetten. De holding space creëren voor wat er geleerd mag worden.
      Een stoel die al goed staat toch nog een beetje verplaatsen en inbeelden dat daar straks een deelnemer zit. Door de ruimte lopen en een soort territorium afbakenen.
      Ik ken ook trainers die een spray rondspuiten. Afhankelijk van de training lavendel (rustig) of iets anders als er juist actie mag komen.
      Ben benieuwd naar andere rituelen.

      Beantwoorden
  6. Zo herkenbaar. Ik ben mijn onrust, stress op een gegeven moment gaan herkaderen. Een andere betekenis geven, onrust werd “opwinding, nieuwsgierigheid”. Stress werd “wakker staan, alert zijn”. Dat ik hiermee mezelf kan sturen is zo helpend, maar bovendien dat ik dit ook als hulpmiddel kan aanreiken aan de deelnemers.

    Beantwoorden
  7. Ikzelf sta vaak te popelen om te beginnen; ik ben om 7 uur in de zaal en als de participants komen, zit ik al in mijn trainings flow. Vervelend is als je participants nog half met hun hoofd bij werk of prive leven zijn. Daarom begin ik altijd met een active introductie of recap buiten de trainingszaal. Als het even kan, gaan we naar buiten. Na 15 minuten met veel lachen, is het ijs gebroken en is iedereen mentaal klaar om te trainen.

    Beantwoorden
  8. Ja dat duikt soms de kop op. Wat mij helpt is om een affirmatie neer te zetten.
    Wat wil ik dat het effect is van de training voor mij en de deelnemers. Want als trainer leer ik zelf ook altijd iets. Soms vergeet ik een affirmatie te zetten en dan is de training wel ok, maar voor mijn gevoel wat vlak.
    Met affirmatie gebeuren er magisch mooie dingen. Deelnemers komen met voorbeelden, mooier of ontroerender dan ik zelf kan bedenken. Er ontstaat een soort moeiteloosheid en onverwachte synchroniciteiten.
    Zoals die keer dat ik door een groot trainingsbureau weer in een te klein zaaltje was gepropt. Zo’n massa trainings/vergader locatie en ik op 2 hoog in een nietszeggend zaaltje. Tot overmaat van ramp waren er meer deelnemers, dan aan mij en de locatie was doorgegeven.
    Mijn affirmatie voor die dag was “We hebben een stralende dag, leren door te verbinden met elkaar en geven ruimte aan dat wat er mag zijn”.

    Nou die ruimte kwam er. Want er konden geen tafels meer bij in het te kleine zaaltje. Onverwacht was de tuinkamer bij het terras vrijgekomen (afmelding). De mooiste zaal van het complex.
    Met elkaar (de deelnemers en locatie-hulp) hebben we de ruimte snel ingericht, lekker verbindend.
    De zon brak door en we hebben alle oefeningen buiten kunnen doen. Het was een stralende dag.

    Wie gebruikt ook affirmaties?

    Beantwoorden
  9. Zeker herkenbaar Karin. Ik had het alleen géén tunnel genoemd maar ‘gewoon plankenkoorts’. Juist omdat er dingen van jou/mij afhangen en dat voelt zó verantwoordelijk en belangrijk. En dat is de kunst. het niet zo zwaar maken maar de lol zien en voelen. Wat je nog vergeet te benoemen (denk ik) is dat je juist ná de training zo heerlijk vol adrenaline zit en eigenlijk wel door wilt.. toch? Daar denk ik dan aan, hoeveel het me geeft. Altijd fijn om dit soort dingen te delen en te horen. Dank.

    Beantwoorden
  10. Herkenbaar en fijn dat je het deelt Karin. Ik had het laatst nog en dan denk ik dat ik er zo niet meer in hoef te zitten, dat het raar is dat ik met al mijn ervaring er nog zo in kan zitten, de onzekerheid, wat een rot gevoel. (ik doe dan inderdaad een primary, soort van affirmatie: het is ok om me zo te voelen) Maar het helpt me ook om er tijd voor vrij te maken, om de voorbereidingen helemaal te doorlopen. Ook al heb ik mijn weg erin gevonden, (intakes verzamelen, invoelen van leerdoelen, programma finetunen, flappen schrijven, intro hardop en wandelingetje buiten) toch fijn om te lezen dat we dit als trainers delen.

    Beantwoorden

Plaats een reactie