Mijn spannendste training ooit

Op een maandag in december geef ik mijn spannendste training ooit. Mijn groep: acht jongens van vijftien jaar. De locatie: de middelbare school van mijn kinderen. Mijn onderwerp: onderhandelen. Hun motivatie: ‘De workshop schermen zat al vol.’

Het begint met een oproep aan alle ouders. Wie wil in de talentweek van de middelbare school een workshop geven? Omdat ik nog nooit iets gedaan heb op school – geen ouderraad, luizenmoeder of overblijf – vind ik dat ik dit niet kan weigeren. Als onderwerp kies ik onderhandelen, dat lijkt me ook voor leerlingen interessant. Gedoe met ouders over hoe laat ze thuis moeten zijn. Gedoe met leraren over wel of geen mobieltjes in de klas. Ik stel me voor dat de leerlingen, net als volwassenen, vooral argumenteren en veel kunnen hebben aan win-win onderhandelen.

En ik vind het mega spannend. De taal van de volwassenen spreek ik wel. Vaak heb ik binnen een paar minuten contact met de groep. En vaak is binnen een uur duidelijk wat de meerwaarde van mijn aanpak is en zit iedereen erin. Hoe gaat dat zijn met deze groep?

Evaluatiecijfer: 1

Mijn spanning blijkt te kloppen. Al vóór de training vind ik een doos met evaluatiebriefjes van mijn voorganger, ook een ouder. De cijfers variëren van enen tot een enkele zeven. Ik zeg tegen mezelf dat ik mijn verwachtingen moet bijstellen. Maar dat doe ik niet echt. Ik wil gewoon achten en negens!

Dan komen ze binnen. Acht jongens, variërend van aardig tot verlegen en stoer. De stoerste weigert zijn naam op de sticker te schrijven. Het wordt eerst een krabbel, daarna een verzonnen naam.

Ik vraag wat ze verwachten en dan komt het verhaal ‘schermen zat vol’. Ik snap nu ook waarom ik alleen jongens heb. Meisjes tekenen zich eerder in. Daardoor zitten veel workshops snel vol en zijn de restjes voor de jongens. Mijn workshop was kennelijk niet erg populair.

Dan noem ik wat voorbeelden van onderhandelen en die herkennen ze. Vooral die leraar van wie ze niet op hun mobiel mogen: Bergkamp, de leraar wiskunde. Niet aan te tornen bij hem, echt belachelijk.

Toch maar een rollenspel

Ik stel voor dat ik Bergkamp speel en dat zij proberen om me zover te krijgen dat ik erover wil praten. Natuurlijk beginnen ze te argumenteren en dat kan ik als leraar zo weerleggen. ‘Nee hoor, met muziek kun je je niet beter concentreren. Dat blijkt uit onderzoek.’ Ja, zo gaat het. Wat een eikel, daar kom je dus nooit doorheen.

Normaal zou ik ze nu laten analyseren wat ze doen en zou ik iemand uit de groep laten herkansen met een tip. Maar ik zie ze zitten en schat in dat ik dat nooit voor elkaar ga krijgen. Toch is het essentieel dat ze vertrouwen gaan krijgen in een andere aanpak. Dus zeg ik: ‘Zal ik voordoen hoe ik het bij Bergkamp zou aanpakken?’ Dat lijkt ze wel wat.

Een jongen wil de wiskundeleraar spelen en komt voor de groep zitten. Ik voel de scepsis en weet ook: hij gaat het me heel lastig maken, dus de kans is groot dat het niet lukt. Maar zonder voorbeeld slaat alles dood, dus vooruit met de geit.

Ik speel de leerling en pas alle onderhandelstappen toe: ben vriendelijk, leg het probleem op tafel, vraag zijn mening, toon begrip, vraag nog een keer of we het erover kunnen hebben. Op alles zegt de wiskundeleraar nee, maar de sfeer wordt wel steeds beter. Mijn laatste troef is dat ik mijn Bazo op tafel leg – mijn beste alternatief zonder overeenkomst. In dit geval is mijn Bazo dat ik snap dat hij het niet wil bespreken en dat het effect kan zijn dat de klas onrustig blijft, omdat we ervan balen. En ja, nu gaat hij om! Hij is bereid het te bespreken.

Ik stop het gesprek en vraag m’n tegenspeler naar zijn reactie. Hij schiet meteen terug in de rol van leerling: ‘Ja, nu zei ik wel ja, maar in het echt doet die leraar dat nooit!’ Daarna vraag ik waardoor hij nu wel ja zei en hij zegt dat het kwam doordat ik begrip toonde. Tot slot vraag ik de anderen of ze geloven dat een leraar zo zou reageren (‘Mwah, niet echt.’) en wat ik heb gedaan (‘Begrip getoond en aan het eind is het gewoon chantage!’).

Zwoegen zonder vertrouwen

Met hun analyse is niets mis, maar met hun vertrouwen wel. Dat heb ik nog niet en ik weet niet hoe ik daar nog verder aan kan bouwen. Dus ga ik door met de theorie en leg ik alle stappen uit. Elke keer als ik me omdraai naar de flip-over beginnen twee jongens te kletsen, ook als ik me weer terugdraai. Dat trek ik niet. Ik vraag of ze hun gesprek met de groep willen delen, maar daarvoor is het niet geschikt. Als ze doorgaan, ga ik zitten en vraag wat geïrriteerd of ze ermee willen stoppen. Dat doen ze.

Dan wil ik ze laten oefenen. Ik vraag een voorbeeld uit de groep en dat komt vlot: iemand wil salarisverhoging bij de Albert Heijn. Om de beurt moeten ze met zijn tweeën of drieën een stap op mij uitproberen en de rest kijkt mee of het goed gaat. Ze zien prima als iemand het niet goed doet, ze proberen opnieuw en passen het dan goed toe.

Maar de hele tijd voel ik hun scepsis: we zijn hier wel netjes de theorie aan het toepassen, maar in het echt werkt het toch niet. Hierna wil ik ze in tweetallen laten oefenen met eigen situaties, maar dat gaat ‘m niet worden. Zo lang ze sceptisch blijven, gaan ze echt niet zelfstandig aan de slag.

Ik besluit tot een pauze. Dan kan ik overleggen met de docent die er bijzit. Wat moet ik doen? Ik moet nog anderhalf uur met ze door! Eén van de jongens komt meteen naar de docent toe en vertelt dat hij om half drie naar de tandarts moet. Of hij nu nog weg mag. Dat mag, als hij alvast een evaluatie invult.

Ik ga eerst naar de wc en als ik terugkom, is de docent weg. Ze blijkt in de lerarenkamer te zitten en is in gesprek met iemand anders. Ik ga erbij staan en vraag of we even kunnen overleggen. ‘Ja, zo meteen, ik ben nou even in gesprek.’ Gestrest loop ik weg en ga weer het lokaal in. Daar zitten nog vier jongens, zakken met snoep opengetrokken en benen onderuit. Ik ga er maar naast zitten.

‘Kunnen we met u onderhandelen?’

Dan vraagt een van de jongens: ‘Mevrouw, kunnen we met u onderhandelen over de eindtijd?’ Ik vraag waarom hij dat wil: ‘We zijn zo moe. Vorige week was toetsweek en ik moet nog drie kwartier fietsen voordat ik thuis ben. Dus als we om half vier stoppen, is het kwart over vier dat ik thuis ben. Iets eerder stoppen scheelt al zoveel.’

Mijn hart gaat open. Opeens snap ik hun lauwheid. Natuurlijk zijn ze moe! Ik had het kunnen weten, mijn kinderen hadden het ook zwaar vorige week. Dus ik vraag wat hij dan wil. Van die vraag schrikt hij even, ik realiseer me dat er geen docent is die dat vraagt. Ze zeggen hooguit iets van: ‘Als jullie je best doen, zijn we misschien eerder klaar.’

Hij is erg bescheiden in zijn wens: ‘Als we om kwart over drie kunnen stoppen zou dat al fijn zijn.’ Daarna slikt hij zijn verzoek meteen weer in: ‘Maar als het niet kan, hoeft het niet hoor.’ Ik reageer: ‘Nee joh, nu maak je er een verzoek van dat ik kan weigeren. Je wilde toch onderhandelen? Doe dat dan!’

Hij pakt het blaadje erbij en vraagt: ‘Wat vindt u belangrijk!’ Ik kan ‘m wel zoenen, wat geweldig! De andere drie zijn nu ook een en al aandacht. Ik zeg: ‘Ik vind het fijn als jullie allemaal iets leren waaraan je echt wat hebt.’ Ik kijk één van de andere jongens aan en die zegt: ‘Dat snap ik.’ En hij kijkt me zo serieus aan dat ik hem geloof. Ik moedig ze aan: ‘Ga door!’ Dus vraagt nummer drie: ‘Wat vindt u nog meer belangrijk?’

Het is ongelooflijk, want met zijn vieren gaan ze alle stappen van het onderhandelen door. Zelfs het ‘Doe een voorstel dat meer in het belang van de ander is.’ Want de eerste zegt: ‘We kunnen natuurlijk ook gewoon keihard werken en tot half vier doorgaan’. Ik reageer meteen: ‘Nee, dat vind ik te veel gevraagd. Wat ook kan, is…’

Zo komen we tot een goede deal. Ze gaan allemaal serieus aan de slag met een eigen situatie, zodat ik kan zien dat ze leren. En we stoppen om kwart over drie.

Ik prijs ze de hemel in. ‘Wat hebben jullie dit goed toegepast! En zien jullie dat het werkt? Als je het zo aanpakt, moet ik wel met je onderhandelen. Ik kan niet ontsnappen.’

Heerlijk aan de slag

Als we weer starten, zijn we met zijn zessen. De een is naar de tandarts, de ander is niet meer teruggekomen. Het viertal stemt onze deal af met de twee overgeblevenen en die zijn akkoord.

Daarna werken we heerlijk. De jongens brengen geweldige situaties in: door de week niet op de Playstation mogen of te veel moeten helpen met de vaatwasser en het vuilnis. Ik zie ze serieus oefenen: de ene jongen speelt de moeder en souffleert bloedserieus zijn vriendje: ‘Nu moet je zeggen dat je me snapt.’

Aan het eind vraag ik hoe ze het vonden. Best oké. ‘Ik heb eindelijk iets geleerd waar ik echt wat aan heb.’

Ze vullen hun evaluaties in. Er lag al één zes – van de jongen die halverwege naar de tandarts is ontsnapt – en van de anderen krijg ik achten en negens.

Contact maken met een groep die je eng vindt

Achteraf ben ik blij en opgelucht. Maar ik zie ook dat ik van alles fout gedaan heb bij de start. Door de lage cijfers die ik zag, was ik al bang voordat de jongens binnenkwamen. Ik dook meteen de inhoud in, zonder even te vragen hoe ze erbij zaten. En toen ze vertelden dat ze er alleen maar zaten, omdat de leuke workshops vol zaten, werd ik nog hopelozer. Ik ploeterde door de inhoud heen, maar er zat geen flow in.

In de pauze probeerde ik steun te zoeken bij de docent, maar die gaf niet thuis. Achteraf was dat het beste wat me kon overkomen, want toen moest ik wel terug naar de groep. En toen begon het contact. Zij zetten de eerste stap en daardoor kon ik oprecht vragen wat er speelde. Daarna werd alles gemakkelijk en waren zij geen enge pubers meer, maar gewone mensen.

Contact voor contract. Eerst je hart openstellen. Niet meteen de inhoud in duiken. Contact maken. Ik kan de tips wel dromen, maar juist daarom was het goed om te ervaren hoe lastig dat is als je bang bent voor de groep. En ook hoe belangrijk het is om het dan wel te doen. Feel the fear and do it anyway. Want pas als je contact voelt, kan je echt aan het werk.

Leren hoe je contact maakt?

Wil je ook leren hoe je contact maakt met je deelnemers? Kom dan naar de vakopleiding Train de trainer of naar de opleiding Didactisch meesterschap.

14 gedachten over “Mijn spannendste training ooit”

  1. Wat een geweldig verhaal. Een mooi voorbeeld hoe je eigen beelden het proces in de weg kunnen zitten en wat je bereikt door echt contact te maken.

    Beantwoorden
  2. Wat een mooi blog. Ik voel met je mee terwijl je staat te zwoegen voor het groepje ongeïnteresseerde pubers. Geweldig dat je dan toch contact weet te maken en in de flow komt.
    Dankjewel voor het delen van dit verhaal.

    Beantwoorden
  3. Prachtig! Ik zie al die scenes helemaal voor me en voel enorm met je mee. De verleiding om met inhoud te starten is zo groot, je staat dan zo alleen voor je gevoel. Heel mooi hoe je uiteindelijk de sleutel vond met/tot die jongens, ontroerend ook.

    Beantwoorden
  4. Dank je wel Karin dat je ook je moeilijke momenten met ons deelt. En je doet het zo beeldend. Het werkt heel verhelderend en ik kan onmiddellijk de situaties voor de geest halen waarin het ook in mijn les zo ging. En dan niet eens met pubers…
    Dat zoeken naar contact, vasthouden en/of loslaten van eigen plannen, het blijft een boeiende zoektocht.

    Beantwoorden
  5. Ja Karin werken met je hart is altijd belangrijk. Ik zie jouw flap hierover nog steeds voor me en leer dit ook weer aan anderen. Gelukkig trappen we soms in een valkuil waardoor het ineens weer helder voor ogen staat.

    Beantwoorden
  6. Leuk verhaal! Herkenbaar ook want ik deed de karikatuur workshop op school. De meiden waren wel geïnteresseerd maar de jongens waren snel klaar en daar had ik niet echt een plan B voor. Mijn les was van tevoren inleven op wat er kan gebeuren en plan B klaar hebben.

    Beantwoorden
  7. Dank je wel voor dit prachtige verhaal. Met het tonen van je kwetsbaarheid laat je hiermee je grote kracht zien. Niemand is ooit uitgeleerd. En hoewel je het meeste leert van een oprechte zelfevaluatie, vereist deze juist ook veel moed. Dank je wel daarom dat juist jij, als toonbeeld van succes, deze ervaring met ons deelt! Het geeft mij veel steun in mijn overtuiging dat de weg naar echt goed trainerschap (of ander vakmanschap) er een is van altijd kritisch naar jezelf blijven durven kijken, hoe moeilijk dat soms ook is.

    Beantwoorden
  8. Super Karin. Naast leerzaam, ook zo heerlijk EERLIJK! Wederom de bevestiging dat kwetsbaarheid krachtig maakt, terplekke in die workshop maar ook bij het lezen van deze blog ben ik (en volgens mij ook de mensen die nog meer gereageerd hebben) juist onder de indruk van jouw openheid en aanpak en alles wat je hierin eerlijk hebt gedeeld en precies dat … maakt jou en jouw training krachtig ! DANKJEWEL

    Beantwoorden

Plaats een reactie