Leiden en aansluiten – hoe houd je balans?

Er bestaat niet één beste profiel voor trainers. Het maakt niet zoveel uit of je extravert bent of juist introvert, of je een beetje chaotisch bent of juist een pietje precies. Ieder heeft zijn eigen stijl en persoonlijkheid en dat kunnen deelnemers best aan. Maar er zijn twee eigenschappen die elke trainer nodig heeft: leiden en aansluiten. Als trainer ben je bereid en in staat om de groep te leiden, je deskundigheid toe te voegen. En tegelijkertijd ben je ook bereid en in staat om aan te sluiten, contact te maken en te gaan houden van je deelnemers.

Tijdens een training gaan leiden en aansluiten steeds hand in hand. In vrijwel alle aspecten van het trainersvak zet je ze om beurten in. Een paar voorbeelden.

  • Bij de start van de training. Eerst noem je situaties uit de praktijk (aansluiten), daarna licht je het programma toe (leiden).
  • Bij feedback na oefeningen. Je laat de deelnemers eerst vertellen wat ze hebben gezien (aansluiten), daarna geef je je eigen mening (leiden).
  • Bij de uitleg van de theorie. Je legt uit (leiden) en checkt op verschillende momenten of dat herkenbaar is (aansluiten).
  • Bij ja-maars op de inhoud. Je laat de groep eerst discussiëren (aansluiten) en trekt daarna een conclusie (leiden).
  • Bij het ontwerpen van je training. Je kijkt eerst goed naar de praktijk van de deelnemers (aansluiten) en voegt je relevante kennis toe (leiden).

Evenwicht tussen leiden en aansluiten is belangrijk

Je kunt een goede training dus vergelijken met een tenniswedstrijd. Je slaat de bal over het net (leiden, toevoegen) en wacht tot je hem terugkrijgt (benieuwd zijn, aansluiten). Als je alleen maar ballen slaat, raak je de deelnemers kwijt: ze volgen je niet meer. En als je alleen maar ballen uitlokt, raken zij hun trainer kwijt: je bent afwezig.

Het is dus zaak om het evenwicht te bewaren tussen beide eigenschappen. Maar dat is niet altijd gemakkelijk, want leiden en aansluiten zijn tegenpolen. Bij de meeste mensen is de ene pool beter ontwikkeld dan de andere. Of je hebt de neiging tot leiden en riskeert daarmee te dominant te worden. Of je bent goed in aansluiten en hebt de neiging te meegaand te worden.

Hoe zien leiden en aansluiten er in de praktijk uit en wat kun je doen om te zorgen dat je ook de tegenpool ontwikkelt?

De groep leiden

Je scoort hoog op leiden als je altijd wel iets te zeggen hebt. Je weet misschien niet eens zoveel meer dan de groep, maar je hebt een mate van zelfvertrouwen waardoor je toch stevig overkomt. Als een deelnemer overtuigend vertelt over wat hij allemaal al weet en kan, zie je altijd nog wel iets dat nog beter kan. Een zekere zendingsdrang is je niet vreemd.

Je ziet misschien op tegen het begin van de training, maar de aftrap gaat je goed af. Je vertelt overtuigend waarover de training gaat en neemt makkelijk autoriteit. Tijdens de training ben je de meeste tijd overtuigd van je meerwaarde. Je hebt deskundigheid in te brengen en houdt ervan deelnemers aan het denken te zetten. Tijdens discussies onderbreek je ze makkelijk als je iets wilt inbrengen of de lijn wilt bewaken. Je werkt doelgericht: je programma is belangrijk en dat laat je niet zomaar vallen.

Je vindt het lastig om langere tijd op de achtergrond te blijven. Als je met een andere trainer werkt kun je dat ook saai vinden, omdat je dan zelf minder aan bod komt. Meestal heb je nog wel wat aan te vullen als je collega uitgepraat is. Soms kijkt de groep ook meer naar jou dan naar je collega.

Kortom, goed kunnen leiden heeft veel voordelen. Maar je moet wel uitkijken dat je niet doorslaat. Voor je het weet ga je preken. Wie te veel aan zijn eigen boodschap hangt, is niet effectief. Als je je te ver boven de groep opstelt, word je ongenadig teruggepakt. Of ze geven je tienen, maar leren niets en gaan weg in onzekerheid: ‘De trainer kon het heel goed, maar ik niet…’ Je voorkomt dit door te werken aan je aansluitvaardigheden.

Werken aan aansluiten

Je kunt op veel manieren stimuleren dat je gaat leiden én aansluiten Als je dat doet houd je de balans en voorkom je dat je het contact verliest met de deelnemers.

• Blijf niet staan voor de groep, maar ga zitten zodra het kan. Daardoor ben je op gelijke hoogte met de groep en dat zorgt al voor minder dominantie. Zit naar achteren, want daardoor ga je langer luisteren. Sta alleen als het echt nodig is: bij de uitleg van je programma, een oefening of de theorie. Dan ben je in de zend-modus en is het logisch om te staan.

• Wees benieuwd naar de mening van deelnemers. Haal je de feedback uit de groep op? Wees benieuwd. Krijg je een vraag waarop je het antwoord niet weet? Wees benieuwd naar de meningen en ideeën van deelnemers. Is een deelnemer het met je oneens? Wees benieuwd.

• Houd van de deelnemers, ook van degenen die je niet mag. In elke groep kunnen mensen zitten die je irriteren of tot wie je meer afstand voelt. Dan is het lastiger om contact te maken. Zet jezelf er daarom toe alle deelnemers even graag te mogen. Zoek actief naar dingen die je leuk vindt in mensen.

• Wees flexibel. Buig mee als de deelnemers een vraag hebben die buiten je programma valt; als een andere werkvorm beter aansluit bij de behoefte van de groep; als je iets kunt toevoegen aan je uitleg zodat die beter aansluit. De lijn houd je toch wel in het oog.

• Toets je bijdrage als je collega de leiding heeft. Wil je nog iets toevoegen omdat de groep daar beter van wordt of omdat het je ego streelt? Zorg ervoor dat dat laatste niet te vaak gebeurt en zeker niet vaker dan je collega bij jou.

Aansluiten bij de groep

Je scoort goed op aansluiten als je veel ruimte laat in groepsdiscussies. Iedereen komt aan bod, je kapt deelnemers niet snel af. Regelmatig voel je dat de wijsheid in de groep zo groot is dat je daar niets aan toe hoeft te voegen. Je volgt het tempo van de deelnemers en die komen daardoor makkelijk met eigen ervaringen en feedback.

Je bent goed in contact maken met de deelnemers. ‘Professionele liefde’ is een term die je op het lijf geschreven is. Je achterliggende overtuiging is dat mensen zelf weten wat goed voor ze is. Dus als een eigenwijze deelnemer niet doet wat je zegt, zal dat voor hem of haar het beste zijn. Je bent geen drammer en waait niet van je stoel bij het eerste signaal van weerstand. Met je open houding kun je goed luisteren naar kritiek.

Je merkt dat mensen gemakkelijk hun verhaal bij je doen. Je geeft ruimte voor emoties; er gaan ook wel eens mensen huilen in je trainingen. Bovendien geef je mensen het gevoel dat ze goed zijn zoals ze zijn. Als je samen met een collega traint, geef je die volop ruimte. Je kijkt, knikt en moedigt aan en hoeft niet altijd het laatste woord te hebben. Je hebt niet zo’n groot ego.

Kortom, door aan te sluiten maak je goed contact met je deelnemers. Maar je moet uitkijken dat je het tempo en de scherpte erin houdt. Als je te veel aansluit, krijgt de groep het teveel voor het zeggen, maar zo ‘wijs’ zijn ze ook weer niet. Jij bent verantwoordelijk voor het programma en het halen van de doelen van de training. Daarom is het belangrijk dat je ook leidt.

Werken aan leiden

Als goede aansluiter kun je er in de voorbereiding en tijdens de training op letten dat je ook voldoende leiding neemt. Als je onderstaande tips toevoegt houd je de balans tussen leiden en aansluiten. Je voorkomt dat je te meegaand wordt en te weinig toevoegt.

• Stel altijd een duidelijk doel voor een training. Wat wil je bereiken, hoe ziet je programma eruit? Verbind je daaraan, maak het belangrijk. Dan heb je duidelijk waarom en wanneer je wilt bijsturen.

• Zorg voor een onderdeel tijdens het eerste dagdeel waarin je je deskundigheid kunt toevoegen. Dan laat je meteen jezelf zien. Programmeer dus een eerste onderdeel waarin je zelf goed uit de verf komt, zeker als je traint met een co die dominanter is dan jij. Verdeel het zo dat jij de eerste ochtend ‘aanwezig’ bent.

• Oefen interrumperen. Deelnemers onderbreken kan nuttig en fijn zijn als die zich herhalen of een zijpad inslaan. Aardig interrumperen zorgt ervoor dat je de leiding houdt en aan blijft sluiten.

• Zorg voor het laatste dagdeel waarvan deelnemers nog echt iets leren. Anders gaat je training uit als een nachtkaars. Daag jezelf dus uit tot het laatst je deskundigheid in te zetten.

• Inventariseer niet op de flap-over, maar vat de discussie selectief samen en voeg daaraan altijd nog iets toe. Daardoor blijft er scherpte in discussies.

• Kijk ook naar de beste deelnemer met een kritisch oog. Wat zou hij of zij nog kunnen leren?

Leiden en aansluiten

Leiden en aansluiten zijn twee eigenschappen die moeilijk te combineren zijn. Vaak gaat onze kernkwaliteit met ons aan de haal en schieten we door in de valkuil. Wil je de tegenpool meer ontwikkelen, dan kun je ook daar weer in doorschieten. Het is dus een kwestie van balanceren en onderzoeken wat je sterkste kant is en hoe je die kunt aanvullen met elementen van de andere.

Tips om beter aan te sluiten

  • Ga zitten voor de groep en blijf niet staan.
  • Wees benieuwd naar wat de groep te zeggen heeft.
  • Houd van de deelnemers, ook van de mensen die je niet mag.
  • Wees flexibel: als de lijn een keer anders is, is dat geen probleem.
  • Toets je bijdrage als je collega de leiding heeft.

Tips om meer te leiden

  • Stel altijd een duidelijk doel voor een training.
  • Zorg voor een onderdeel waarin je je deskundigheid kunt toevoegen op het eerste dagdeel.
  • Zorg voor een uitsmijter op het laatste dagdeel, iets waarvan mensen nog iets leren.
  • Inventariseer niet op de flap-over, maar vat de discussie selectief samen en voeg daaraan altijd nog iets toe. Kijk ook naar de beste deelnemer met een kritisch oog. Wat zou hij of zij nog kunnen leren?
  • Kijk ook naar de beste deelnemer met een kritisch oog. Wat zou hij of zij nog kunnen leren?

Leren hoe je balanceert tussen leiden en aansluiten?

In dit blog heb je kunnen lezen hoe je tijdens een training balanceert tussen leiden en aansluiten. Als je wilt leren hoe je dat precies ben je van harte welkom in onze opleidingen. De opleiding Train de trainer is bedoeld voor communicatietrainers, de opleiding Trainersvaardigheden voor Experts is toegespitst op trainers van denk- en doevaardigheden. Lees je liever een boek? Kijk dan eens in Trainen, een praktijkgids.

2 gedachten over “Leiden en aansluiten – hoe houd je balans?”

  1. Prachtige tekst over wendbaarheid van je assertiviteit als trainer! Vraagt een vitaal breintje.
    Als je deze wendbaarheid hebt ben je een betere trainer en ook een mooier mens.
    En jullie training heeft mij zoveel meerwaarde gegeven in mijn werk en ook als mens. Een echt aanrader voor elke trainer!!

    Beantwoorden

Plaats een reactie