10 tips om minder moe te worden van je training

Vroeger was ik altijd doodmoe na een training. Direct na de training was ik helemaal high, maar twee uur later klapte ik totaal in. De high heb ik nog steeds, de vermoeidheid al jaren niet meer. In dit blog vind je 10 tips om minder moe te worden van je training.

Oorzaak: je werkt te hard

Allereerst: waarom kun je zo uitgeput zijn na een training? Dat komt doordat je te hard werkt en te veel in je eentje doet. Maar dat hoeft niet. Als je tijdens de training gedragen wordt door de energie van de groep ben je naderhand nog steeds moe. Maar wel tevreden moe, niet uitgeput moe. De vraag is dus: hoe zorg je ervoor dat je tijdens een training minder hard werkt en na de training tevreden moe bent?

1. Vooraf: kalmeer jezelf

Mensen die na afloop te moe zijn werken vaak te hard omdat ze bang zijn dat ze tekortschieten. Lees, ongeveer elke trainer. 😉 Bedenk dus vooraf: je bent genoeg. Dat moet je vaak tegen jezelf te zeggen. Het is prima als je het nog niet 100 procent gelooft of niet 100 procent van de tijd gelooft. Maar zet het aan bij de start van je training: doe alsof je het wel 100 procent gelooft.

Vraag daarnaast feedback aan deelnemers en aan collega’s. Zij geven je waarschijnlijk ook complimenten. Geloof die. Hoe meer je in jezelf gelooft, hoe meer je ontspannen kunt trainen.

2. Weet wat je wilt doen

Een training geeft extra stress als je onderweg nog moet bedenken wat je precies gaat doen. En dan ben je dubbel aan het werk. Je bent bezig in het moment zelf en je moet denken over hoe het verder gaat. Dat geeft onzekerheid en je wordt er moe van. Zorg er dus voor dat je een programma hebt. Vroeger liet ik dat wel eens achterwege. Dan liet ik de laatste middag open om ter plekke te kunnen inspelen op de behoefte van de groep. Vervolgens zat ik de eerste dag al te stressen wat we de laatste middag zouden doen. Toen ik daarmee stopte trainde ik een stuk lekkerder.

3. Durf rechtstreeks te zijn in je introductie

Wees bij de start van de training helder naar je deelnemers: dit komt aan bod, dat niet. Zijn er mensen die iets anders verwachten? Bespreek het en kom eruit. Liever nu de teleurstelling en acceptatie dan het vaag houden. Want anders heb je de hele training deelnemers die ontevreden zijn en die vreten energie.

Zit er toch nog een deelnemer bij zit van wie je vermoedt dat die ontevreden is? Durf daarmee in gesprek te gaan tijdens een pauze. Je kunt ook in therapie gaan om je er minder van aan te trekken, maar dat is en best ingewikkeld en niet handig. Want voor een trainer is het juist goed als je gevoelig bent voor signalen van ontevreden deelnemers.

4. Zorg voor een goed eerste dagdeel

Als deelnemers enthousiast zijn over het eerste dagdeel zit je ontspannen aan de lunch. Start daarom niet met het overzicht, de theorie of een lange kennismaking, maar geef ze direct een onderwerp waarop ze zitten te wachten. Begin het eerste onderdeel met een goede glijbaan. Daardoor gaan deelnemers meteen zien wat de training hun oplevert. Zo heb je met de koffie al blije deelnemers en kun je zelf ook genieten van de kroketten bij de lunch.

5. Kies werkvormen waarbij deelnemers harder werken dan jij

Wanneer je training vooral bestaat uit uitleg, vragen en discussie ben je zelf alsmaar in touw. Gebruik daarom actieve werkvormen waarin de deelnemers de theorie voor zich zien en die gestuurd ontdekken. Houd je uitleg kort en to the point. En geef daarna veel oefeningen waarin deelnemers de stof stap voor stap in trainen. Met een goede opbouw doen ze de laatste oefening van elk onderdeel zelfstandig en kun jij een beetje uitpuffen en genieten.

6. Geloof dat iedereen in de groep meewerkt

Deelnemers doorkruisen voortdurend wat je wilt. Je vraagt reacties en die ene deelnemer neemt steeds het woord, terwijl je ook anderen wilt horen. Je hebt de theorie uitgelegd en in plaats van enthousiaste reacties krijg je een zure vraag. ‘Maar dit lijkt toch precies op wat we al doen?’ Deelnemers hebben een oefening gedaan en jij vraagt wat het die opgeleverd heeft. Hun antwoord: ‘Het was nog wel moeilijk hoor.’ Er zijn talloze momenten dat je het gevoel kan krijgen dat de groep tegen je is. Daardoor raak je verkrampt en ga je hard werken.

Zet daarom een ander geloof aan: ‘We doen het samen!’ Je ziet reacties van deelnemers dan niet meer als ‘weerstand’, maar als een uiting van zorg, een poging om mee te sturen of een nuance aan te brengen. Laat mensen zeggen wat ze willen zeggen en ga uit van hun positieve intentie.

7. Oogst succes: wat levert dit op?

Vraag regelmatig wat iets oplevert: na een eerste oefening, na je uitleg, na het intrainen. Deelnemers gaan dan benoemen wat hun aanspreekt, welke inzichten ze hebben gekregen, wat ze nu beter kunnen dan daarvoor. Ik noem dit ‘oogsten’ en het werkt als een bevestiging. Niet alleen voor de deelnemers (‘Dit is wat we nodig hadden!’), maar ook voor jezelf (‘Ze pakken het op!’).

Vragen wat iets oplevert kan ook spannend zijn. Want stel je voor dat ze ‘Niets’ als antwoord geven! Maar dat gebeurt eigenlijk nooit. En zelfs als dat wel gebeurt, wil je het liefst snel weten. Want dan kun je samen bespreken wat er aan de hand is en wat jullie beter kunnen doen (zie het vorige punt).

8. Neem adempauzes

Geef jezelf adempauzes. Ga even zitten kijken als deelnemers bezig zijn met een oefening. Maak tijdens de lunchpauze in je eentje een ommetje of doe een klein dutje in de lege trainingsruimte. Zorg dat je even kunt afschakelen, want je staat de hele dag aan.

9. Kies voor groepen en onderwerpen waarvan je blij wordt

We hebben allemaal onze voorkeuren voor groepen en onderwerpen. Het loont de moeite om uit te zoeken waarvan je het meest blij wordt en daarvoor te gaan. Iets trainen waarin je niet gelooft is doodvermoeiend en groepen trainen waarmee je geen klik hebt is dat ook. Terwijl het heerlijk is om deelnemers verder te helpen met vaardigheden waarvoor je een passie voelt. Of te werken met groepen waarmee je meteen een klik voelt.

10. Maak van elke training een feestje voor jezelf

Ik weet nog goed dat ik tijdens een opleiding inbracht dat ik elke tweede dag van de training hoofdpijn had. Iedereen puzzelde waardoor dat zou komen. Toen zag een andere deelnemer dat ik tijdens oefeningen heel ingespannen keek. Ik kneep steeds mijn ogen samen, werkte te hard. Vervolgens kwam het advies van de trainer: maak van elke training een feestje voor jezelf. Als plichtsgetrouwe trainer vond ik dat onzin. Ik was er toch voor de deelnemers? Maar hij maakte duidelijk: eigen comfort eerst. Pas als jij het leuk hebt kun je een goede trainer zijn. Bedenk dus wat heb jij nodig om het leuk te hebben met de groep en te kunnen ontspannen. En breng dat in, zodat je er echt kunt zijn voor de deelnemers.

1 gedachte over “10 tips om minder moe te worden van je training”

Plaats een reactie